Gnoronoro krater spel van kleuren
Door: Fred Sanders
Blijf op de hoogte en volg Fred
17 Oktober 2012 | Tanzania, Arusha
Gestamp en geschreeuw wekt me en als een flits schiet het door me heen, ik lig in de tent op 2.500 meter op de rand van de Gnoronoro krater om zo op safari te gaan. Maar de tent wordt open getrokken en ik kijk op 10 meter afstand in de ogen van een net zo verschrikte olifant. Normaal blijven de olifanten in de krater een 700 meter lager. In de krater leven een paar oude afgedankte single olifanten is me uitgelegd. Hier slijten ze hun oude dag met genoeg bomen om van te leven. In de krater zijn geen giraffen dus alleen de olifant eet daar van de bomen. Er staan er niet veel maar dus genoeg voor een klein olifanten bejaardenhuis. Deze olifant is daar waarschijnlijk naar onderweg en komt ineens tenten en mensen tegen. s'Ochtends is de kraterrand bijna elke dagbon de mist. Dan is t schrikken ook als olifant. Mensen hollen weg, ik hang uit de tent. En als te verwachten schrikt de olifant het meest, zo is hij ibeens weer vertrokken. Iedereen toch wakker aan het ontbiht, elke auto bij de eigen kok. Dan de auto in het pad op afdalend de krater in. Eerst is t een kleine witte wereld van de mist maar dan als we onder de wolken komen kleurt er een geweldig lanschap open. De krater zo groot als Ameland heeft gras in alle tinten van groenbruin tot bruingroen. In de beeld ligt een meer waar beken vanaf de kraterwand op aanstromen. Langs de oevers is daar groen struweel en er zijn twee wat grotere groene oases met palmbomen. Eigenlijk zijn er geeneens veel dieren in de kratet, op de giraf na is elke soort gewoon vertegenwoordigd. Bijzondere is het totaal beeld, de kleurendiversiteit die steeds ook wijzigt als de zon tussen de wolken doorpiept. Grotendeels is de krater grasland net als de plains van Serengeti, maar dan groener. De wildebeesten kunnen elkaar dus goed in de gaten houden. Ze leven dus vredig naast elkaar op een paar dagelijjse ongelukjes na dan, als de leeuwen honger hebben. Maar hie komen die bijlpaarden nu toch weer hier. Te log om de krater af te dalen. En de neushoorn die er bijna net zo uitziet behalve dat deze op het land leeft en niet in het water. Het is niet te bevatten hoe al deze dieren hier ooit zijn terecht gekomen. Daartussen vliegen de mooiste en vreemdste vogels, van kariboe tot weefvogel. Laatste nestelt in omgekeerde nesten die ze aan dectakken van bomen ophangen. Gnorogoro toont gewoon een bijzonder beeldenspel, de veranderende kleuren, de dieren en dan de tientalle Landrovers met klikkende en inzoemende beeldjagers. We lunchen ergens aanveen plas water met nijlpaarden, keurig in de auto. De gids die vindt dat hij wel stoer op de motorkap kan eten zal het al snel met onze restanten moeten doen. Een soort kruising tussen een kraai en een havik grist zijn lunchdoos zo voor zijn neus de lucht in. Tijd om door te trekken dus. We rijden nig rondje voor twee neushoorns, een andere gids gaf de tip. Aan de Oostzijde gaan we de krater uit richting Arusha. Nog een overnachting op camping met zwembad om na drie dagen stofwegen op te knappen en dan zijn we er daags daarop. We zijn het praten in gebroken Engels en de stofwegen nu wel beetje zat, maar hebben indrukken opgedaan om jaren op te teren!