Adlerweg vervolg met vallen en opstaan
Door: Fred Sanders
Blijf op de hoogte en volg Fred
24 Juli 2019 | Oostenrijk, Innsbruck
Oostenrijkers, Duitsers en enkele Nederlanders en Amerikanen worden stiller aan de Dinner tafel van de Lamsenjochhutte; enkelen lopen naar het raam want er is een groepje steenbokken in de Alpen weide te zien. Stil grazen ze daar op bijnagrijobare afstand. We hadden rondom de hut al gemsen gezien; maar dit is natuurlijk de droom van elke bergwandelaar. De natuur verwend ons overigens ons meer dan de hut zelf. Het is een enorme klim naar de hut uit Pertisau aan de Achersee. Op de zware bergschoenen eerst 10 km horizontaal naar de voet van de klim; door een overigens mooie vallei met bomen en struiken langs de beek. Dan volgt de echte klim; drie uur 800 meter omhoog serpentine door bazaltsplit in de zon. Het is zweten en doorgaan. Moe in de hut aangekomen volgt een koud ontvangt: cash vooruit betalen, geen wifi, één oplaad contactdoos voor dik 100 gasten, en geen aandacht geen enkele interesse. Natuurlijk zijn de mede wandelaars uitgelaten het is vakantie; maar er is gemopper de houding van de vrouwelijk huttenward en haar mensen is afstandelijk en koel. De dag erop beklimmen we Hahnkampl 2028 meter en twijfelen over de Sonnjoch 2457 meter. De Sonnjoch wordt ons door anderen afgeraden de anstieg is lang voor een tussendag; en de grote afstand naar de Karwendelhutte daags erop vraagt veel energie wordt verteld. De hitte leiding haalt de schouders op; het valt allemaal wel mee: acht uurtjes naar de Karwendelhutte: 4,5 naar de Gesloten Valkenhutte en daarna 3,5 uur door over vlak terrein.de werkelijkheid blijkt anders veel zwaarder is de tocht. Eind van de middag spreek ik een stel dat van de Karwendelhutte komt; 11 uur hebben we erover gedaan, ze zijn bekaf. We besluiten vroeg te vertrekken, maar de hut serveert pas vanaf zeven uur ontbijt. Als we half acht weglopen zijn we één van de eerste. Eerst 750 meter dalen naar Engalm en dan 600 omhoog naar de pas het Hohljoch. Daar zien we de Valkenhutte liggen en dat is nog heel eind de hoogte lijn volgend door het gerul onderkant een enorm bergwand. Helm dragen zou hier verstandig zijn. We gaan onder de hut langs en zijn da al zes uur onderweg. Wie besloten heeft dat deze hut vijf jaar voor renovatie dicht kan draagt een grote verantwoordelijkheid. Het is warm overal zie je vermoeide mensen, ouderen en kinderen, ervaren en onervaren wandelaars. Ze kijken elkaar aan, ze weten dat ze moe zijn en nog maar halverwege. Nergens zijn waterputten; geen watertrog voor de koeien en geen klaterende beken. We drinken dus spaarzaam en eten energie repen. Door en door moeten we. De route naar de Karwendelhutte is een gewonen b-weg in gebruik door mountainbike rijders en een enkele auto. Maar de weg is lang en gaat op en neer. Met een stel dames overleggen we; we nemen een shortcut door het bos; meer horizontaal en korter. Een beeldschoon pad met mooie uitzichten. Maar de uren beginnen te tellen. Dan gaat de weg omhoog bocht na bocht steeds verder, er lijkt er eind aan te komen. Bordjes vermelden geen tijden, we zijn nu toen uut onderweg. Uiteindelijk komen we bij de hut; moe en leeg bijna passief afwezig. Vlaggen hangen uit, mensen kijken op. De huttenward zit zelf bij het loket; vraagt geïnteresseerd, geeft kamernummer en en schouderklop.morgen regelen we de rest zegt hij; nu eerst spullen opruimen en aan tafel. Wat een verschil; dit geeft moed, het uitzicht is grandioos in dit adelaarsnest. Het eten ja heerlijk maar de ogen knikken al dicht. Voor negenen kruipen we het lager in. Daar horen we al gesnurk; de meeste bedden zijn al gevuld. Toen wisten we nog niet hoe onbegaanbaar de volgende afstand naar het Hallerangerhaus zou blijken te zijn. De mensen van de Karwendelhutte vangen iedereen goed op. Maar de Adlerweg lijkt steeds meer een droom dan een realistische GR. Daarom besluiten we voor Innsbruck het dal uit te lopen naar het dorpje Scharnitz; toch nog een wandeling van 5 uur. Daar nemen we de trein naar Innsbruck. De tocht naar het Hallerangerhaus zou ons dooreen schlucht brengen sneeuwvelden en 800 meter stijgen en een enorme afstieg. Voor die toch staat 10 uur maar vertrouwen doen we daar niet meer op. We nemen de juiste keuze; genietend van de natuur en het water in de aan wel en de beek, zoeken we in Innsbruck het zwembad op. We hebben pracht tocht gehad; vooral door ons eigen kompas te volgen.