Van top naar top door gemoedelijk Oostenrijk
Door: Fred Sanders
Blijf op de hoogte en volg Fred
25 Augustus 2005 | Oostenrijk, Virgen
De Saulkopf 3209 meter staat onder mijn voeten en samen met mijn zoon kijk ik rondom over dit deel van Oostenrijk heen. De nevel hangt in slierten om de bergtoppen heen. Beneden zien we nog net de kleine huisjes van Virgen, de auto's en mensen bewegen als dinkytoys en poppetjes langs de straten. We kijken elkaar aan en denken terug aan een natte en koude week met een idiote maar verrassend leuke klimgroep. Gisteren beklommen we de Rauhkopf van 3070 meter en zo hebben we toch maar twee drieduizenders op onze naam gezet. Het zijn niet de moeilijkste bergen, sterker vanuit de hut was het hooguit twee uur naar de top. Het pad leek we een aangelegde stenen trap. Maar toch bracht deze week ons als vader en zoon anders tot elkaar, anders dan daarvoor. Ineens is het Fred en Maarten en niet meer pa en zoon. In de week zijn we Teamleden geworden, we geven elkaar drinken, kijken samen kaart en voegden ons in de grotere groep. Was er wel sprake van een groep zou je moeten denken. We vonden ouderen, een monnik en twee broers, een net weer single vrouw vol verhalen en nog niet verwerkte agressie, een stel, enkele losse mannen en wij twee vader en zoon. We verzamelden in Hinterbichl in een warm café, lieten de auto's daar achter toen de gids arriveerde en namen vrij laat op de dag de klim naar de hut op ons. In de stromende regen omhoog, uren voelden als dagen, en zo kwamen we uiteindelijk in de regenachtige mist in een droge houten but, met soep en een houtachtig. Moe kon niemand ervan genieten, het werd vroeg naar bed. De volgende dag konden we vrijwillig de huisberg van de hut beklimmen. Drie gingen er op pad maar kwamen al gauw terug. Ze liepen meer in een rivier tegen het regenwater op dan op een pad. Een middag kaartlees instructie en knopen werd het. De volgende dag de pas over Oostwaarts. De regen werd miezersneeuw en sneeuw en voor we er erg in hadden even zon door de wolken, midden in de zomer het winterlandschap. Maar onze schoenen bleven soppen, hier helpt zelfs geen kikkervet. Twee dagen nog trokken we door sompige dalen en warme hutten totdat we dan in de Bonn Matreier Hutte belande. Een toeristische hut met indoor klimmend, dure cola en een hoek met souvenirs. Helaas ook plastic matrassen en smalle bedden. We kwamen er moe en nat aan naar toen de zon in de middag doorbrak zei de gids dat we omhoog konden, de Rauhkopf op. Het was 1,5 klimmen maar wel een drieduizenden. Maarten liep makkelijk omhoog en ik er achter aan. Samen op onze eerste gezamenlijke berg. Dat we geen uitzicht hadden deed er niet toe. De ochtend daarop de Saulkopf op, maar nu met uitzicht hoe mager dan ook. Nog alle tijd om naar het dal af te dalen, halverwege kregen de heroïsche verhalen binnen de groep al weer meer ruimte. Van losse flodders waren we door sneeuw en regen een groep geworden. We steunden elkaar, deelden snoep en koek uit, regelden soep voor een uitgebluste compagnon en konden zwijgen als de ander op af. Nu lag dat achter ons, de stemmen werden luider en er werden afspraken gemaakt. Gaan we meteen rijden of nog een nacht in het pension hoorde je in de groep. Uiteindelijk ging iedereen rijden, op zoek naar zon en een goede maaltijd ergens midden Duistland. Even dit dal van regen vergeten. Beter al weer denken aan de tochten die nog gaan komen :)