Eenzaam op JFK Airport NY met 10 gulden op zak,
Blijf op de hoogte en volg Fred
02 Juli 1977 | Verenigde Staten, New York
Daar sta ik dan om 8 uur in de ochtend op JFK airport in NY en kijk om me heen, ik zou worden afgehaald. Het is en grote hal achter een glazen wand bussen. Ik ben moe na 9 uur vliegen en 2 uur douane formaliteiten. Op Schiphol moest je 5 uur van te voren aanwezig zijn, ik een goede dag al onderweg. Er staan mannen met bordjes met namen erop maar Sansers is er niet bij. Ik wandel wat rond zeulend met m'n koffer. Wacht een uur en nog een uur en krijg trek. Heb 10 gulden bij me, geen dollars en reischecks van de ANWB. Maar wat doe je ermee op een vliegveld. Ik zie mensen geld uit de muur halen, die heb ik anno 1977 in Nederland nog nooit gezien, plastic erin en geld eruit. Maar zulke passen heb ik niet. Na paar uur wachten wordt ik toch ongeduldig. Heb al paar keer gevraagd of de bussen alleen op die ene plek stopen, ja dat is zo. Uren verstrijken en ik eet koekjes op die ik nog bij me had, en drink water in het toilet. Het is middag en ik begin de hoop opgehaald te worden op te geven. Ineens hoor ik Nederlands, een reisleidster stoomt met Nederlandse toeristen door de hal, een vlaggetje van een reisorganisatie en ik zie een bus met logo klaar staan. Op naar Manhatten hoor ik en ik krijg een idee. Net of het normaal is sluit ik me aan bij de groep, m'n koffer onder in de bus en ik op een stoel. Daar rijden we naar de stad, langs eindeloze begraafplaatsen en krotten van huizen zien we ineens de skyline van NY. Het is een lange rit en ergens op 45 street stopt de bus voor een simpel hostel, met stapelbedden en een gaarkeuken. Ik gooi m'n koffer onder een bed en schuif aan tafel voor het avondeten. Hup naast de reisleidster die verrast opkijkt, eindelijk een leeftijdgenoot tussen het toch wel oudere gezelschap. Ik maak een grapje, de groep denkt vast dat ik bij haar hoor en andersom. Ze vertelt over het week programma. We gaan naar het WTC, MOMA, Cuckenheim en varen naar Ellis Island en wat niet meer. Niemand die me iets vraagt, niemand die het aantal toeristen telt. Ik doe maar gewoon, hup naar bed want morgen zondag kan ik toch niets, en dan gaan we op excursie dus waarom zou ik klagen. In m'n koffer heb ik telefoonnummer van de uitwisselingsorganisatie in Nederland gevonden, kantoor is maandag open. Ik ga in summercamp werken ergens in New Jersey. met 10 gulden moet dat lukken, morgen maar ergens zien te wisselen. Tot maandag moet ik deze escape maar proberen te rekken. Slapen kan ik moeilijk. NY is als in de films. De hele nacht hoor je sirenes van politieauto's en ambulance. In de slaapzaal wordt gesnurkt, overal koffers en de geur van zeep en lotion. Hoe ga ik me hier uitredden denk ik. Maar de slaap rukt me weg en de ogen gaan dicht.
De volgende dag is iedereen vrolijk, we gaan musea bekijken en met de metro. De reisleidster deelt metrokaartjes uit en we krijgen lunchpakket. Niet praten denk ik, doorlopen! We bezoeken CentRal Park en de vele musea rondom gelegen. NY is als in films, zwervers en overal auto's, de oude rijtuigen bij het park en vogels die brutaal je brood stelen. Ik geef gen cent uit want dat heb ik ook niet. Maar toeristen delen eten en drank, en ik geniet van het lunchpakket. Moe komen we savonds in het hotel terug. Om de hoek blijkt een soort wisselloket waar ik guldens in dollars omzet. Morgen naar Nederland bellen, ik ben benieuwd. De portier heeft me uitgelegd hoe de telefoontoestellen op straat werken. Je schijnt collect call te kunnen bellen maar ik weet niet wat dat is. Geld heb ik omgezet in muntjes. met morgen bellen val ik zondagavond in slaap.